blijven, liggen, worden, houden, groeien, vallen, beurt, Gaan, krijgen, aanwezig zijn, te leven, aankomen, gebeuren, voorkomen, overkomen, bestaan, kom naar, vallen in een toestand, tarief, worden gereduceerd tot een staat, rijpen, eindigen op, kosten
Meaning and definitions of be, translation in Dutch language for be with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of be in Dutch and in English language.
What be means in Dutch, be meaning in Dutch, be definition, examples and pronunciation of be in Dutch language.