gunstig, nuttig, geluid, adjuvans, heilzaam, winstgevend, zuinig, voordelig, lonend, weldadig, goed doen, gelukkig, het geven van de gezondheid, het geven van welvaart, goed, uitstekend, gepast, eerlijk, sterk, beter, het beste, noodzakelijk, vereiste, bestanddeel, nodig
...and we think it'd be BENEFICIAL for you to be part of the project.
Meaning and definitions of beneficial, translation in Dutch language for beneficial with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of beneficial in Dutch and in English language.
What beneficial means in Dutch, beneficial meaning in Dutch, beneficial definition, examples and pronunciation of beneficial in Dutch language.