gebroken, geslagen, spleet, fragmentarisch, vrijstaande, terneergeslagen, scheiden, gescheurd, gescheiden, afgelegen, gehavend, steil, ruw, ruig, hobbelig, ongelijk, bankroet, neutrale, ingetogen, terughoudend, verwijderd, wankel, gehandicapte, niet in staat, onbekwaam, invalide, verschillend, anders, divers, geïsoleerd, uit elkaar gerukt, gespleten, verdeeld, gevorkt, poederachtig, verzwakken, krassend, afschuwelijk, golvend, gegolfd