besnoeiing, insnijding, knipsel, amputatie, uitsnijding, ontbinding, stuk, een deel, deel, kerf, verwijdering, wond, zeer, pijn doen, laesie, blauwe plek, uitbarsting, kernsplijting, decollete, scheur, afdeling, tussenschot, verdelen, afzondering, het scheuren, spleet, blazen, letsel, raken, kanaal, laagland, darm, manier, pad, weg, Cursus, het formulier, mode, aanstellerij, houding, vorm, patroon
besnoeiing, oogsten, hachee, knippen, bijl, top afsnijden, kerven, mangel, onderbreken, breken, scheur, scheiden, bedienen, klieven, spleet, zag, plak, gewas, uitsluiten, beknibbelen, snoeien, scheuren, volslagen uit het hoofd, reproduceren door rote, babbelen, praten onzin, doorboren, vaneenscheuren, uitbarsting, Duwen, weerleggen, verdelen, verbreken, tussenschot, een deel, worden verdeeld, slagen voor, kruis, pijn doen, botsen, aanraken, Pip, schieten, nood, zich haasten, kerf, ontstaan, groeien, stijgen, wekken, beklimmen
besnoeiing, gelust, gesponnen, geschoren