afleiden, bereiken, realiseren, uitvoeren, aanleiding geven tot, eruit, uitbrengen, uitvinden, uitlokken, opbrengst, krijgen, zin hebben in, vind, hebben, bewust zijn van, concluderen, te voorschijn brengen, bepalen, aankomen, opduiken, ontsnappen, rennen, de lente, kwestie, Komt van, ontstaan, geboren zijn, voortkomen, ras
Meaning and definitions of derive, translation in Dutch language for derive with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of derive in Dutch and in English language.
What derive means in Dutch, derive meaning in Dutch, derive definition, examples and pronunciation of derive in Dutch language.