Verb
1. reject ::
afwijzen
2. refuse ::
weigeren
3. dismiss ::
ontslaan
4. say no to ::
zeg nee tegen
5. ban ::
ban
6. bar ::
bar
7. block ::
blok
8. debar ::
debar
9. forbid ::
verbieden
10. prohibit ::
verbieden
11. cancel ::
Annuleer
12. invalidate ::
ontzenuwen
13. overrule ::
verwerpen
14. quash ::
vernietigen
15. overturn ::
omvallen
16. countermand ::
herroepen
17. reverse ::
omgekeerde
19. set aside ::
opzij zetten
20. give the thumbs down to ::
geven de duimen naar beneden om
21. veto ::
veto
22. nix ::
nix