Verb
1. pretend ::
doen alsof
2. deceive ::
misleiden
3. feign ::
veinzen
4. act ::
handelen
5. dissemble ::
veinzen
6. masquerade ::
maskerade
7. pose ::
pose
8. posture ::
houding
9. sham ::
schijn
10. fake ::
nep
11. bluff ::
bluffen
12. hide one's feelings ::
verbergen iemands gevoelens
13. be dishonest ::
oneerlijk
14. put on a false front ::
op een façade
15. lie ::
liggen