Adjective
1. future ::
toekomst
3. designate ::
aanwijzen
4. chosen ::
uitgekozen
6. coming ::
komt eraan
7. next ::
volgende
Verb
9. vote for ::
stem voor
10. vote in ::
stemmen in
11. return ::
terugkeer
12. cast one's vote for ::
gegoten iemands stem voor
13. choose ::
Kiezen
14. pick ::
plukken
15. select ::
kiezen
Noun
16. the chosen ::
de gekozen
17. the elite ::
de elite
18. the favored ::
de favoriete