opvoeren, wetten maken, besluit, codificeren, formaliseren, tot stand brengen, slagen voor, voorschrijven, verhaal, rechts, uitdelen, afdwingen, instituut, voorstellen, uitspreken, regelen, vervreemden, planning, compleet, uitvoeren, laten gebeuren, plegen, handelen, vertegenwoordigen, spelen, uitbeelden, berg, stadium, Maak een regel
And this is where l think we should ENACT how we're feeling, you know?
Meaning and definitions of enact, translation in Dutch language for enact with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of enact in Dutch and in English language.
What enact means in Dutch, enact meaning in Dutch, enact definition, examples and pronunciation of enact in Dutch language.