Verb
1. abstain from ::
zich onthouden van
2. refrain from ::
afzien van
3. give up ::
geef op
4. forgo ::
afzien
5. shun ::
vlieden
6. renounce ::
afstand doen van
7. steer clear of ::
sturen duidelijk van
8. have nothing to do with ::
heeft niks te maken met
9. fight shy of ::
ontlopen
10. relinquish ::
afstaan
11. reject ::
afwijzen
12. disavow ::
loochenen
13. abandon ::
in de steek laten
14. spurn ::
versmaden
15. wash one's hands of ::
wassen van de handen van
16. drop ::
laten vallen
17. kick ::
trap
18. pack in ::
inpakken
19. forswear ::
afzweren
20. abjure ::
afzweren