passen, bekwamen, recht, pak, bij elkaar passen, raken, zitten, vestigen, invoeren, doorboren, overeenstemmen, ontmoeten, monteren, rijm, mee eens, groeien, vallen, worden, beurt, Gaan, beginnen, stop bij, waarheid worden, plagen, aanraken, verenigen, montuur, harmoniëren, verzoenen, betamen, katoen, samen brengen, balans, aanliggen, arbeid, zwoegen, werk, maken fit, staat, kwalificeren, verdienen, de moeite waard zijn, hevige aanval, geschiktheid, fatsoen, toepasselijkheid, boetedoening, leed, stuiptrekking, kramp, weeklacht, hysterische fit, aanval
worden, passen, geschikt, plein, waardig, verenigbaar, fatsoenlijk, rechts, redelijk, stijf, sterk, solide, robuust, geneigd, consequent, bloedeigen, begeleidend, actief, in staat, doeltreffend, gepast, nuttig, bruikbaar, goed, gekwalificeerd, verdienden, in staat tot, verdienstelijk, in aanmerking komende, gepolijst, bevallig, mooi, ten gevolge