Gaan, gaand, vertrek, doorvoer, voorbijgaand, er toe doen, ding, affaire, fenomeen, beweging, tempo, tarief, verhuizing, energie, dwingen, rijden, kaliber, kracht, activiteit, mobiliteit, dynamisme, bereidwilligheid, operatie, sterkte, rendement, macht, inspanning, streven, opstel, schot
groeien, vallen, worden, beurt, Gaan, krijgen, voldoen, rennen, lopen, doorgaan met, tempo, het verlof, leiden tot, maken, toevlucht, vertrekken, rijden, verhuizing, doorvoer, knikken, kwispelen, schudden, verroeren, Uitgang, ga weg, uitstappen, betamen, passen, bij elkaar passen, katoen, aankomen, gebeuren, voorkomen, overkomen, zijn gangbaar, verkrijgen, na te streven, vaststellen, doorgronden, achterna rennen, volgen, het punt staat te, wees klaar, wees voorbereid, op het punt van, streven, worden verlengd, uitbreiden, vergroten, versterken, verlengen, gezicht, voorkant, kijken, bocht, geluid, doodsklok, plof, pot op, zijn huidige, bedienen, slagen voor, ten goede komen, kantelen, wekken, Reageer, gisten, functie, vlieg, wassen, mee te gaan, kunnen opschieten, vooruit, worden beoordeeld, weten, begrijpen, liggen, inzet, reeks, terug, geven een manier, omvatten, rijpen, vullen, bemiddeld worden, opvullen, wemelen, seizoen, zwanger worden, in verwachting zijn, dragen, ras, telefoontje, neiging, hellen, bukken, de neiging hebben, mager, gember, zich begeven, wegvallen, Deelbedrijf, opraken op iemand, afbladderen