medeplichtig, bijkomstig, ondergeschikt, begeleidend, tweede, toepasselijk, actueel, episodische, materiaal, toevallig, occasionele, krassen, onregelmatig, onbekend, ongelooflijk, ongerijmd, zonderling, niet verwacht, onopzettelijk, mogelijk, waarschijnlijk, uitvoerbaar, onnodig
Meaning and definitions of incidental, translation in Dutch language for incidental with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of incidental in Dutch and in English language.
What incidental means in Dutch, incidental meaning in Dutch, incidental definition, examples and pronunciation of incidental in Dutch language.