onsamenhangend, niet verbonden, ongeleed, onbeschaamd, discursieve, niet op zijn plaats, ontoepasselijk, inconsequent, onlogisch, ongepast, onverenigbaar, irrationeel, onwaarschijnlijk, los, geïsoleerd, zonder acht te slaan, speling, zwengel, flegmatisch, laks, losgekoppeld, gescheiden, niet verwant, onrechtvaardig, vrijstaande, scheiden, gescheurd, gebroken
Meaning and definitions of incoherent, translation in Dutch language for incoherent with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of incoherent in Dutch and in English language.
What incoherent means in Dutch, incoherent meaning in Dutch, incoherent definition, examples and pronunciation of incoherent in Dutch language.