ondeskundig, lomp, onhandig, onwetend, ongewoon, niet gewend aan, ingewijde, onbekend, Ongelezen, onopgevoed, ongeleerd, ongeletterd, ongeschoold, krassend, ongekunsteld, onbekwaam, ongesteld, inefficiënt, onzinnig, onheilzame, niet adroit, niet bekwaam, niet bekwame, foutief, rauw, voorlopige, groen, onrijp, vers, minder, laag, weinig, onder