wezenlijk, persoonlijk, eigen, aangeboren, natuurlijk, verborgen, essentieel, onmisbaar, noodzakelijk, onvermijdelijk, introspectieve, binnenwaarts, geestelijk, afferente, authentiek, zuiver, oprecht
Meaning and definitions of intrinsic, translation in Dutch language for intrinsic with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of intrinsic in Dutch and in English language.
What intrinsic means in Dutch, intrinsic meaning in Dutch, intrinsic definition, examples and pronunciation of intrinsic in Dutch language.