Adjective
1. angry ::
boos
2. furious ::
woedend
7. seething ::
ziedend
8. cross ::
kruis
9. mad ::
boos
10. livid ::
razend
11. raging ::
woedend
13. raving ::
ijlend
14. in a frenzy ::
in een razernij
15. beside oneself ::
naast zich
17. up in arms ::
bereid voor een verzet
18. indignant ::
verontwaardigd
20. annoyed ::
geërgerd
21. irritated ::
geërgerd
23. vexed ::
veelomstreden
25. choleric ::
prikkelbaar
26. foaming at the mouth ::
schuimbekkend
27. hot under the collar ::
Heet onder de kraag
28. seeing red ::
rood zien
29. cheesed off ::
cheesed off
30. hopping mad ::
knettergek
32. fit to be tied ::
geschikt om te worden vastgebonden
33. wrathful ::
toornig
34. wroth ::
toornig