schudden, schok, botsing, wrijving, wedstrijd, Duwen, joggen, stoot, duw, leggen, moeilijke opdracht, steek, por, vibratie, beven, schroom, motivatie, inspiratie, dictee, drijfkracht, dicteren, aanmoediging, smaak, ijver, geest
schudden, verroeren, roeren, verhuizing, Duwen, schok, bekloppen, verontrusten, pot, tik, wannen, dorsvlegel, beslag, bout, stof
Meaning and definitions of jolt, translation in Dutch language for jolt with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of jolt in Dutch and in English language.
What jolt means in Dutch, jolt meaning in Dutch, jolt definition, examples and pronunciation of jolt in Dutch language.