verdriet, somberheid, weemoed, leed, melancholie, neerslachtigheid, teleurstelling, wanhoop, moedeloosheid, in de steek gelaten, frustratie, stortplaats, bult, mopperen, vuil, vuiligheid, bekladden, bodem, platvis
weemoed, neerslachtig, humeurig, somber, morbide, teleurgesteld, gefrustreerd, ten einde raad, laag, moedeloos, hopeloos, ontstemd, gebroken hart
She was always prone to MELANCHOLY.
Meaning and definitions of melancholy, translation in Dutch language for melancholy with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of melancholy in Dutch and in English language.
What melancholy means in Dutch, melancholy meaning in Dutch, melancholy definition, examples and pronunciation of melancholy in Dutch language.