kattenkwaad, bedriegerij, onheil, kwaad, baal, vooroordeel, letsel, misdrijf, fout, misdaad, onecht, ongeluk, Gevaar, ruïneren, misdadiger, zondige daad, schade, verlies, pijn doen, leeuwerik, schelmerij, gambado, werkeloosheid, ondienst, kantoor, beroving, breken, nutteloos act, overtreding, afraffelen, geduivel, kattekwaad