beweging, wandelen, wandeling, gang, in beweging, gedrag, houding, gemeenschap, activiteit, tempo, tarief, verhuizing, Cursus, mode, gewoonte, verstoring, Gaan, gaand, vertrek, doorvoer, beheer, oefening, rijst, manoeuvreren, dak, truc, terugtrekken, afscheiding, afwijking, draaien, divergentie, snelheid, uitgestrektheid, omvang, reeks, werkwijze, schudden, roeren, vervorming, wijziging, verzuim, niet naleving, de begeleiding, toepassing, ruzie, commotie, trilling