arm, verarmde, slecht, zonder geld, zonder privileges, onvermogend, bankroet, zielig, erbarmelijk, ellendig, onheil, ziek, traag, hard, defecte, defect, onvolmaakt, niet correct, behoeftig, noodlijdend, ongelukkige, ongelukkig, vervloekt, strak, weinig, klein, middelmatig, licht, gewoon, te verwaarlozen, gemiddelde, miniatuur, kleinzielig, handig, dor, mager, onvruchtbaar, verspilling, kapot gegaan, leeg, inconsequent, onwelluidend, hulpeloos, gierig, armlastige, dof, slap, temmen, flauw, zwak, verwilderd, onproductieve, vruchteloos, steriel, asceet, vernederen, ontbloot, kaal, oneerlijk persoon, onhoffelijk persoon, bedelaar