spoken, houder, vergaarbak, op te slaan, vaartuig, schuilplaats, kookplaat, kelk, hartkamer, residentie, woonplaats, woonhuis, huis, plaats, gebied, hersenen, land-, ruimte, kamer, omstandigheid, baseren, repertoire, cel, woordenlijst
Meaning and definitions of receptacle, translation in Dutch language for receptacle with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of receptacle in Dutch and in English language.
What receptacle means in Dutch, receptacle meaning in Dutch, receptacle definition, examples and pronunciation of receptacle in Dutch language.