Verb
1. reprimand ::
berisping
2. rebuke ::
berisping
3. reproach ::
verwijt
4. scold ::
schelden
5. admonish ::
vermanen
6. chastise ::
kastijden
7. chide ::
berispen
8. upbraid ::
verwijten
9. berate ::
schelden
10. take to task ::
onder handen nemen
12. criticize ::
bekritiseren
13. censure ::
afkeuring
14. tell off ::
uitschelden
16. dress down ::
schrobbering geven
18. give someone an earful ::
geef iemand een earful
19. give someone a roasting ::
geef iemand een roosteren
20. rap over the knuckles ::
tik op de vingers
21. slap someone's wrist ::
klap pols iemands
22. castigate ::
kastijden