rij, lijn, reeks, rang, draad, geschil, gedoe, ruzie, woordenwisseling, snellen, geschreeuw, tint, ophef, mannetje, stijl, manier, brief, Notitie, verblijfplaats, adres, orde, bestellen, vlecht, menigte, einde, marge, ketting, kroon, keten, rozenhoedje, verbetering, ontreddering, wanorde, herrie, aanval, klasse, categorie, groep, uitzicht, navigatie, roeien, Trekken, doel, doel paal, cirkel, hoekigheid, rinkelen, muiterij, sturen, peddelen, omhoog klimmen, roeispaan, les, onderhanden nemen, de schuld geven, vloeken, navigeren