scheiding, hiaat, ontbinding, breken, verbreking, spleet, isolatie, detachement, onsamenhangendheid, incoherentie, dissociatie, segregatie, differentiatie, afdeling, schisma, verschil, het scheuren, onenigheid, afwijking, Tekortkoming, standaard, meningsverschil, doordringen, wijziging, afstand, tegenstrijdigheid, vrijlating, scheiden, afzondering, vrije tijd, aftrekking, afrekening, aftrek, opgeven