uitglijden, plak, vogel, brief, krant-, struikelen, kerel, ontsnappen, vlucht, dolle streek, vlieg, verloop, stuk, stukje, rukken, riem, lijst, glijbaan, glijden, vallen, mof, onzin, Notitie, etiket, briefje, wijk, provincie, kussensloop, viscositeit, bergafwaarts, afdaling, schuin, helling, rang, balk, stamelen, missen, naar buiten komen, afkomen, weggaan, Weglopen, rennen, losbreken, ontwijken, verbergen, oplichten