hellen, bukken, roet, inclinatie, lampzwart, verbuiging, hangen, bocht, onbuigbaarheid, landen, afdaling, toonhoogte, oprit, verergering, verdorvenheid, neerschieten
bukken, hangen, afwijzen, beurt, zich krommen, schuin, hellen, boog, lager, vernederen, bocht, verminderen, vestigen, wastafel, overgave, opbrengst, voorleggen, krommen zijn, gekruld worden, buig neer, hurken, knielen, uitgestrekt, verdubbelen, kromme, convex, vervreemden, achteroverleunen, mager, neiging, de neiging hebben, accentueren, onderstrepen
No. I mean, I'll apply, but I'm not gonna STOOP to playing politics.
Would you really STOOP this low, Ford?
Meaning and definitions of stoop, translation in Dutch language for stoop with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of stoop in Dutch and in English language.
What stoop means in Dutch, stoop meaning in Dutch, stoop definition, examples and pronunciation of stoop in Dutch language.