bescheiden, onderdanig, deftig, gedisciplineerd, vernederen, vatbaar, geneigd zijn, krom, flexibele, soepel, smeedbaar, buigzaam, plooibaar, bukken naar voren, onderwerpen, beleefd, laag, ingetogen, uitgestrekt, gevolgschade, Bijwonen, portie
Meaning and definitions of submissive, translation in Dutch language for submissive with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of submissive in Dutch and in English language.
What submissive means in Dutch, submissive meaning in Dutch, submissive definition, examples and pronunciation of submissive in Dutch language.