tijd, periode, kans, uur, leeftijd, ogenblik, gelegenheid, dozijn, Koninklijke rechtbank, tijdperk, dag, seizoen, termijn, vakantie, uitstel, vrije tijd, het verlof, ademruimte, looptijd, kust-, kust, regel, regeren, tij, periode van de menstruatie, pauze, stopzetting, onthouding, ophouden, afbetalingstermijn, aak, controleren, boot, punt, clausule, ronde, aanval, gebeurtenis, maatregel, toonval, ritme, blazen, schok, beroerte, klop, wond