Noun
1. sycophant ::
sycophant
2. brown-noser ::
brown-noser
3. lickspittle ::
slijmerd
5. flunky ::
flunky
6. lackey ::
lakei
7. trained seal ::
opgeleid afdichting
8. doormat ::
vloermat
9. stooge ::
assistent
12. suck-up ::
strooplikker
13. yes-man ::
jabroer
14. kiss-ass ::
kiss-ass
15. ass-kisser ::
ass-kisser
Verb
16. grovel to ::
kruipen naar
17. ingratiate oneself with ::
zich bij iem. in de gunst werken
18. be obsequious to ::
zijn kruiperig naar
19. kowtow to ::
flinkflooien
20. pander to ::
toegeven aan
21. crawl to ::
kruipen
22. truckle to ::
truckle naar
23. bow and scrape to ::
buigen en schrapen om
24. curry favor with ::
gunst met
25. make up to ::
make-up te
27. slaver over ::
slaver boven
30. suck up to ::
zuigen tot
31. lick the boots of ::
likken de laarzen van
32. butter up ::
slijmen