schenden, inbreuk maken op, overtreden, overschrijden, kruis, breken, onderbreken, ontbinden, staken, schending, dwingen, verontwaardiging, verkrachten, verontreinigen, onderdrukken, tiranniseren, spanning, bedroeven, misbruik, verspilling, verkwisten, verachten, oneerbiedigheid, ontheiligen, vals, bederven, sprong over, niet gehoorzamen, overwinnen, veroveren, ga verder, voorbijgaan, overtreffen