onbekwaamheid, onvermogen, standaard, diskwalificatie, afwezigheid, armoede, niet bestaand, verstek, fout, toezicht, misdrijf, overtreding, ongerechtigheid, zonde, schuld, detachement, afwijking, Tekortkoming, scheiding, gebrek, tekort, nodig hebben, schaarste, de schuld geven, lobbes
mislukken, standaard, uitgaan, verloop, verliezen, afwijzen, mof
Alicia, what do you want as your DEFAULT setting for DVDs, 5. 1 Dolby or DTS?
That leaves you, by DEFAULT, as the muscle.
Meaning and definitions of default, translation in Dutch language for default with similar and opposite words. Also find spoken pronunciation of default in Dutch and in English language.
What default means in Dutch, default meaning in Dutch, default definition, examples and pronunciation of default in Dutch language.